163: OOR
Nr. 6, 22 maart 1986, f 4,25, Bfr. 88.
Bijna dertig jaar geleden viel mijn allereerste OOR op de deurmat. Nadat ik al langere tijd had meegelezen met mijn broer ben ik op mijn 23ste zelf lid geworden. Lid van een muziektijdschrift dat zijn eerste exemplaar in april 1971 van de band liet rollen. Wat betekent dat ik zeker tweederde deel van alle uitgaven heb gelezen.
Ik zie mezelf als een enigszins progressieve muziekliefhebber. Meestal vinden OOR en ik elkaar wel in het gebodene. Samen zijn we ouder geworden, de ene periode heb je wat meer met elkaar dan de andere. Tussen 2008 en 2015 heb ik zelfs onze relatie verbroken. Maar zonder elkaar leven lukte me toch niet. Ik bleef het blad volgen. Regelmatig kocht ik een los exemplaar en door de OOR-site verloren we elkaar nooit uit het oog. Sinds een jaar zijn we weer in de echt verbonden. En dat voelt goed.
Natuurlijk is er in de loop der tijd veel veranderd. We zijn een generatie verder. Het uiterlijk van de OOR heeft diverse makeovers ondergaan. Regelmatig werden extra's toegevoegd aan het blad. Een tijdlang was er de Oorgasm cd. Lezen en luisteren vloeide hierdoor in elkaar over. Speciaal vond ik ook de drie dubbel cd's die werden uitgebracht bij het 35-jarig bestaan. De vorm is mooi maar het gaat uiteindelijk om de inhoud.
En met de inhoud is in zijn algemeenheid helemaal niets mis. Na al die jaren is het nog steeds een fijn moment om de nieuwste uitgave even snel door te bladeren. Welke nieuwe platen worden er gerecenseerd, hoe is de opstelling van het elftal, wat zit er in de platenkast, wie wordt behandeld in de rewind en natuurlijk: welke grote artikelen staan erin? Na deze indrukken leg ik het blad vaak even weg; de eerste nieuwsgierigheid is bevredigd. Op een later moment ga ik de diepte in. De eindejaarslijsten zijn goud. Af en toe komen daar nog pareltjes bovendrijven die ik in de loop van het jaar over het hoofd heb gezien.
Alle nummers heb ik braaf bewaard. Ze kwamen terecht in kartonnen vouwdozen en bij elke verhuizing, vier keer, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om ze weg te gooien. Maar eerlijk is eerlijk, dat waren ook de enige momenten dat ik de oude OOR's in handen kreeg. En dat is jammer. Maar het tij is gekeerd. Sinds kort staan ze allemaal te glanzen in mijn muziekkamer; een rijk bezit.
Ik heb mijn eerste exemplaar uit 1986 nog eens teruggelezen. De lancering van hype Sigue Sigue Sputnik wordt tegen het licht gehouden. Nu weten we dat de raket al bij de start is ontploft. Master of Puppets van Metallica wordt in de recensie omschreven als een plaat die moet wennen (dat is wel gelukt) en er wordt vastgesteld dat het niet goed gaat met de popmuziek in Nederland. Het concertbezoek valt tegen. Met Kensington en Dotan in de Ziggodome en Typhoon en Chef Special in de HMH is de situatie in loop van de jaren flink verbeterd.
Wel balen dat ik gedurende onze tijdelijke scheiding de Bowie-special (OOR 3, 2013) heb gemist.