188: Oma Nietap
De laatste dagen dwarrelen zinsneden van Het Dorp van Wim Sonneveld door mijn hoofd. Dit is al wat er bleef voor mij: een ansicht en herinneringen. Door de verhuizing van mijn ouders staat er weer een luik naar het verleden wagenwijd open.
Met name Oma Nietap (Trijn Aans-Copinga 29-09-1909 / 12-03-2002) neemt daar een centrale rol in. Mamma's mama anders gezegd. Opa overleed op nieuwsjaarsdag 1974. Waarschijnlijk hierdoor kwam Oma Nietap regelmatig een weekje bij ons logeren, ze ging wel eens mee op vakantie en we kwamen ook vaak bij haar over de vloer. Ik vond dat destijds heel normaal maar in de huidige tijdgeest is het best wel bijzonder.
Dierbare herinneringen heb ik daar aan overgehouden. Oma Nietap was namelijk een prachtmens: zo ontzettend lief, positief, met de tijd meegaand, vrolijk en open. Een oma uit het boekje en dan nog beter. In herinner me oma's sterke armen (agrarische roots), de verhalen die ze ons vertelde voor het slapen gaan ('komt oma nog even?'), en haar oneliners. Als we een ijsje aten was het altijd: 'ijskoud, warm aanbevolen' of als we uit bed kwamen: 'uitgeslapen? - dan kun je je bed verkopen'. Ik hing aan haar lippen wanneer ze over de Tweede Wereldoorlog vertelde (onderduikers, de 16 onschuldige burgers doodgeschoten bij Trimunt). Ze was de enige van mijn nabije familie die me bij mijn zelfverkozen naamswijziging op mijn 18e altijd Klaas Jan noemde.
Oma woonde in Nietap. Een grote tuin (papa heeft daar heel wat uurtjes werkend in doorgebracht) en dito huis. Dat huis kan ik nog altijd uittekenen. De lange oprit, de grote entree, de gezellige keuken, de woonkamer waar de hele familie op verjaardagen in een kring zat, de koude wc (met een zware knop om door te trekken), een 'achterhuis/deel' met een waterput, een grote kelder met wekflessen, een echte spookzolder (brrrr), een logeerkamer met twee bedden en hele dunne muren waar we posters mochten ophangen. In het begin lagen er spoorrails vlak voor het huis; daar denderden dan goederenwagons overheen. Dat dat altijd goed is gegaan...
Van deze oma is nog een aantal tastbare spulletjes aanwezig. In plaats van alleen een ansicht en herinneringen zijn deze spullen door de verhuizing van mijn ouders in mijn schoot gevallen. Een kastje dat vroeger onderdeel was van een kabinet; oorspronkelijk van de ouders van opa. Een wandmeubel dat in de 19e eeuw is gemaakt. Een servies dat opa en oma in hun huwelijkse leven hebben gekocht. Daarin werden de lekkerste boontjes (mét spekjes) die ik ooit heb geproefd door Oma Nietap uitgeserveerd. Een pendule uit de jaren vijftig. Het hart van oma klinkt door in de slagen die het uurwerk maakt. De waarde in euro's is gering; de emotionele waarde is echter onbetaalbaar. Het zijn reliquien die me terugplaatsen naar de tijd van weleer.
En langs het tuinpad van mijn vader (lees oma)
zag ik de hoge bomen staan.
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat nooit voorbij zou gaan.