Associaties
2013-25 Muziek brengt bij mij allerlei soorten associaties naar boven. Zo is Alan Parsons Project onlosmakelijk verbonden met Henk. Genesis herinnert zich mij vooral aan de periode dat ik in Borne heb gewoont (in die tijd heb ik een groot deel van de backcatologue van ze gekocht). En The Smiths is gewoon Linze.
Er zijn ook artiesten die vaak in één adem worden genoemd. De Beatles en de Stones is de meest gehoorde maar ook Blur en Oasis (de strijd in de jaren negentig: wie is de grootste Engelse band). Ook Whitney Houston en Mariah Carey hebben wat catfights uitgevoerd wanneer het gaat om 'mooi-zingen'. Waar je overigens wel van moet houden. Ook Nik Kershaw en Howard Jones zijn wat mij betreft een setje. Dat zal met de tijdsgeest te maken hebben (1984).
Ook de elpees van Phil Collins (Face value) en Steve Winwood (Arc of a Diver) staan bij mij voor altijd met elkaar in verbinding. Waarom? Eind 1980 verhuisden we van Emmeloord naar Twente. Op zijn zachts gezegd had ik daar niet veel zin in. We hebben eerst een halfjaar bij boer Voorthuis in Bentelo op zijn erf gewoond voordat we onze woning in Borne konden betrekken. Voorthuis had koeien en varkens. Een echte Twentse familie: 1 zoon (Gerrit), pa en ma en opa en oma woonden allemaal bij elkaar op de boerderij. Wij logeerden in een verbouwd kippenhok, bijna al onze meubels waren opgeslagen, er was geen centrale verwarming. En natuurlijk troffen wij een strenge winter; je moest niet met de neus boven de dekens komen want dan vroor hij er bij wijze van spreken af. Mijn verkering met Annewieke raakte uit. Nee, het was niet echt de beste tijd uit mijn leven.
Maar gelukkig was daar de muziek nog. Want we hadden de pickup (draaitafel) wel tot onze beschikking. Ik was een echte Genesis fan en toen zanger/drummer Phil Collins met een soloplaat uitkwam heb ik deze gekocht op de eerste dag dat hij uitkwam. Een echte 'in your face' hoes; telkens wanneer ik de plaat afspeelde zette ik deze op een centrale plaats in ons kamer(tje). Kijken en luisteren. In the air tonight is het prijsnummer van deze elpee. Het moment dat de drumsolo los barst (te dum, te dum, te dum, te dum, dum dum) is magisch. Geweldig hoe dit in de film The Hangover door Mike Tyson wordt neergezet. Ik stond destijds ook vaak te airdrummen. De rest van de plaat vond ik eigenlijk best wel moeilijk, heel divers. Heel vaak heb ik hem ook niet gedraaid. Een jaar geleden heb ik de cd-versie gekocht en pas toen kwam ik erachter dat Tomorrow never knows een Beatles cover was. Ongelofelijk!
Maar op de dag dat ik Face Value in huis haalde nam ik nog een plaat mee: Arc of a Diver van Steve Winwood. Winwood had al een paar leuke bands achter zich voordat hij zich op het solopad begaf: The Spencer Davis Group, Traffic en Blind Faith. De aanleiding voor de koop was waarschijnlijk de single van dat moment: While you see a chance. Op de elpee staan zeven, over het algemeen langere songs, inclusief het pulserende Nighttrain. Een prachtplaat, met een prachthoes.
Beide platenhoezen stonden vaak gebroederlijk naast elkaar; mooi met elkaar te wezen.