De ene cover is de andere niet

23-02-2014 09:30

2014-09 Een paar weken geleden kwam er nieuwe plaat uit van Glennis Grace: Cover Story. Op deze plaat zingt ze grotendeels de hits van nu: Rihanna, Lorde, Bastille, Bruno Mars, John Legend, Pink en Avicii. Een vrouw met een geweldige stem, vier keer zangeres van het jaar, die er zich op deze wijze wel heel gemakkelijk vanaf maakt. Hoe kan het toch dat het haar maar niet lukt om een eigen stijl te ontwikkelen. Waar gaat ze nu echt voor? Ze blijft nu hangen in mooizingerij. Een gemiste kans.

Hoe anders is dat met Birdy. Zij bracht op haar 15e levensjaar ook een cd met covers uit (en één eigen song). Maar in plaats te gaan voor de geijkte hits van bekende artiesten selecteerde zij juist nummers van bands die bij het grote publiek nauwelijks bekend zijn. Door haar smaakvolle benadering heeft zij er voor gezorgd dat The National, The XX, Phoenix en Fleet Foxes in vele huiskamers via haar interpretatie te horen waren. Het origineel van de hitsingle Skinny Love is gemaakt door Bon Iver; een Amerikaanse indie-folk band. Dat is 3x winst: 1x voor Birdy, 1x voor de gecoverde artiesten en 1x voor de luisteraar die de muziek van de originele artiesten erbij zoekt. Dan zijn covers prikkelend en zorgen voor verdieping.

Natuurlijk is het helemaal niet erg wanneer je een of meerdere covers op je repertoire hebt staan. The Beatles konden er aan het begin van hun carrière geen genoeg van krijgen: Twist and shout, Roll over Beethoven, Long tall Sally. Maar uiteindelijk bereikten ze met hun eigen nummers een legendarische status en zijn ze tienduizenden keer nagespeeld. Alleen van Yesterday schijnen er al 2.500 verschillende versies te zijn.  

Het wordt anders wanneer die ene cover de grootste hit uit je carrière blijkt te worden. Zeker wanneer het nummer qua muziekstijl fors afwijkt van wat de band regulier speelt. Een goed voorbeeld daarvan is I follow rivers. Het origineel is van Lykke Li; de herinterpratatie door het Belgische Triggerfinger. Het alternatieve drumstel, kopjes en mes, blijkt een gouden vondst te zijn voor de band die normaal rootsy harde rock speelt. De singles staan tegelijk in de hitparade en zijn beide grote hits. In het jaaroverzicht 2012 staat de versie van Lykke Li op één en Triggerfinger op vier.  

Het Engelse Roxy Music, toch een grote band in de jaren zeventig en tachtig, had in haar thuisland haar enige nummer één hit met een cover: Jealous guy. Het origineel is van John Lennon en een aIbumtrack van het uit 1971 daterende Imagine. De aanleiding van het hitsucces was de moord op John Lennon. Ook Whitney Houston scoorde de grootste hit uit haar carrière met een cover. Een bewerking van een Dolly Parton nummer uit 1974: I will always love you. Smaak blijft een persoonlijk ding maar ik vind de versie van Parton 1000x mooier dan het gedrocht wat Houston ervan gemaakt heeft. Whitney kon er trouwens wat van, dat coveren. Ook Greatest love of all, All the man that I need, Saving all my love for you en I'm every woman waren remakes van bestaande songs.

Soms krijg je hele leuke nieuwe versies van songs van 'respectabele new wave bands' door mainstream meidenacts. Luister eens naar Freak like me van Sugababes; een herbewerking van Tubeway Army's Are friends electric. Of How soon is now van het Russische TATU; het origineel is van The Smiths. Of de alom hooggeprezen Adele die een nummer van The Cure covert: Lovesong. Wat mij betreft allemaal zeer geslaagde bewerkingen.

Tot slot nog één tip: Mad world. Zowel het origineel van Tears for Fears als de cover van Gary Jules en Michael Andrews is wonderschoon.